Context

Chronische ziekten zijn "ziekten van lange duur, meestal met een langzame progressie" (definitie van de WHO(link is external)). Het gaat niet alleen om hart- en vaatziekten of diabetes, maar ook om neurodegeneratieve aandoeningen, die steeds opnieuw moeten worden behandeld, en diverse mentale aandoeningen... De prevalentie ervan neemt toe met de stijging van de levensverwachting en de vergrijzing, maar ook door bepaalde ongunstige leefgewoonten: voeding, roken, alcoholgebruik, sedentaire levensstijl, enz.

In België verklaart meer dan één op drie mensen (29,3% in 2018) van 15 jaar en ouder aan minstens één chronische aandoening te lijden en meer dan één op drie mensen van 65 jaar en ouder aan minstens twee ernstige chronische aandoeningen (Gezondheidsenquête 2018 (link is external)).

Chronische aandoeningen hebben een impact op het dagelijks functioneren van patiënten en bijgevolg op hun levenskwaliteit. Ze worden vaak gekenmerkt door multimorbiditeit (meerdere aandoeningen tegelijkertijd) en kunnen gepaard gaan met bijkomende fysieke, psychologische, sociale en/of spirituele kwetsbaarheden.

De meeste mensen met een chronische aandoening zijn in staat hun ziekte en de gevolgen ervan voor hun dagelijks leven (medicatie, afspraken maken, enz.) zelf te beheren. Anderen bevinden zich echter in complexe situaties die een complementaire coördinatie vereisen van alle medische, paramedische en persoonlijke zorg.

Vandaag de dag volstaat de ziektespecifieke aanpak niet meer, daarom is er een paradigmaverschuiving nodig om de zorg te concentreren, te coördineren en te baseren op de bevolking en haar behoeften.

Deze aanpak reikt veel verder dan de gezondheidszorg, want hij heeft betrekking op zorgverleners, hulpverleners en de omgeving van de persoon.

De noodzaak van een nieuwe aanpak maakt ook deel uit van de bevindingen en aanbevelingen die worden geformuleerd op het niveau van het nationale gezondheidsbeleid, maar ook op internationaal niveau, zowel door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als door de Europese autoriteiten.

Ons gezondheidszorgsysteem dient te veranderen om doeltreffender te kunnen reageren op de uitdagingen van de toekomst. Het is belangrijk dat de nodige veranderingen worden doorgevoerd in nauw overleg met de 3 niveaus:

microniveau: dit niveau situeert zich rond een patiënt of een groep van patiënten of rond het niveau van een individuele zorgverlener of een groep van zorgverleners of binnen een zorginstelling

mesoniveau:   het niveau waarop meerdere actoren binnen een afgebakende regio onder elkaar afspraken maken (locoregionale samenwerkingsverbanden), middelen delen en verantwoordelijkheden voor resultaten opnemen in het kader van geïntegreerde zorg en 5AIM

macroniveau: het beleidsniveau dat betrekking heeft op de totale Belgische populatie (federaal niveau of dat van de deelentiteiten).

Op elk van deze niveaus dienen er manieren gevonden te worden om de acties van elk van hen te integreren en zo te komen tot een organisatie die het individu in staat stelt zijn eigen ervaring van continuïteit van zorg te realiseren.

Deze aanpak reikt dus verder dan de sector van de gezondheidszorg (gezondheidspromotie, preventie, diagnose, behandeling, ziektemanagement, herstel en palliatieve zorg), aangezien hij gebaseerd is op de principes van populatiemanagement en op verschillende niveaus wordt gecoördineerd.